About the album
Fréderick Franssen: From among the enormous choice of horn repertoire available in the early stages of my study of the instrument, my interest was piqued by the very earliest horn music. The music from that era did and still does exert its magic on me due to the pure beauty of its clear and transparent sound world. One of my first finds on this quest of discovery through the Baroque period was a concerto by an unknown hand, which appears on this album and comes from a very special collection – the ‘Wenster’. The library at the University of Lund in Sweden contains one of the largest collections of horn music from the first half of the 18th century, under the name of ‘Wenster’. The manuscript contains 18 works, with virtually all of the composers having some sort of connection to the city of Dresden, and it may have been transcribed by a travelling horn player during a visit to that city. The six works on this recording are all taken from this collection.
Fréderick Franssen (1977) plays the French Horn in the Netherlands Radio Philharmonic Orchestra. Besides the orchestra he performs as a soloist.
De Nederlandse hoornist Fréderick Franssen ontdekte in Zweden een collectie onbekende hoornconcerten uit de barokperiode. Zes werken daarvan speelt hij op deze opname. Samen met het Radio Filharmonisch Orkest uitgevoerd op moderne instrumenten, maar door musici die veel weten van de historische uitvoeringspraktijk. Het is een indrukwekkend mooie opname.
In het begin van zijn studie raakte Fréderick Franssen geïnteresseerd in de vroegste hoornmuziek. Die muziek oefende, en oefent nog steeds, een grote aantrekkingskracht op hem uit door de magie en de pure schoonheid van de heldere en transparante klankwereld. Een van Franssens eerste vondsten op zijn ontdekkingstocht door de barokperiode was een concerto van een onbekende componist uit een heel bijzondere collectie: de 'Wenster', uit de bibliotheek van de Universiteit van Lund in Zweden. Deze bevat een van de grootste collecties hoornmuziek uit de eerste helft van de 18e eeuw.
Dat manuscript bevat 18 werken van componisten die ogenschijnlijk allemaal, op de een of andere manier, een band hadden met de stad Dresden, in die tijd een levendig muzikaal centrum. Het kan zijn dat een reizende hoornist tijdens zijn bezoek aan die stad, de werken uit het manuscript heeft gekopieërd. De zes werken op deze opname zijn allemaal afkomstig uit de 'Wenster'.
Fréderick Franssen (1977) is hoornist in het Radio Filharmonisch Orkest. Hij treedt ook op als solist en speelt daarnaast kamermuziek. Sinds 2017 is hij hoofdvakdocent hoorn aan het conservatorium van Fontys in Tilburg. Fréderick speelt op hoorns van Klaus Fehr. Hijzelf heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van deze instrumenten, die inmiddels ook door zijn collega’s worden bespeeld.
Voor Challenge Classics Records nam Fréderick, met zijn collega’s van het Radio Filharmonisch Orkest, dit solo album op met de hoornconcerten van de drie Duitse componisten Christoph Förster, Carl Heinrich Graun en Johann Joachim Quantz.
Christoph Förster (1693-1745) werd geboren in Bibra. Zijn eerste muzieklessen kreeg hij van zijn vader. Daarnaast studeerde hij orgel en later continuo- en compositielessen. Tijdens zijn reizen ontmoette Förster vele muzikanten met wie hij contact onderhield, zoals Georg Philipp Telemann. Christoph Förster was bedreven in het componeren in de Italiaanse stijl. Förster werd in 1717 violist in het hoforkest van zijn woonplaats Merseburg, onder kapelmeester Johann Gottlieb Graun, die hij in die functie zou opvolgen. Tegen het einde van zijn leven was Förster concertmeester in Rudolstadt.
Carl Heinrich Graun werd in 1704 in het Duitse Wahrenbrück geboren als zoon van een belastingambtenaar. Hij had twee broers, August Friedrich en Johann Gottlieb. Alle drie werden ze componist. Vanaf 1714 studeerde Graun zang, orgel en compositie aan de Kreuzschule in Dresden, voordat hij naar Leipzig verhuisde om zijn studie voort te zetten. In 1725 werd hij aangesteld als zanger bij de opera in Braunschweig, waar al snel zijn compositorische talenten werden ontdekt. Hij werd er assistent-kapelmeester. In die functie maakte Graun kennis met Frederik de Grote, die hem in 1740 aanstelde als kapelmeester voor het nieuwe operagebouw dat in Berlijn werd gebouwd, later bekend als ‘Unter den Linden’. Van twee van de vier werken in deze opname is redelijkerwijs vast te stellen dat ze geschreven zijn door een van de Grauns. Het manuscript draagt de inscriptie ‘Ondertekend Graun’. Zeker is niet of de kopiist hier verwees naar Johan Gottlieb Graun of zijn jongere broer Carl Heinrich Graun. Het zijn waarschijnlijk vroege werken van Carl Heinrich, daterend uit de periode dat hij in de buurt van Dresden woonde.
Johan Joachim Quantz werd in 1697 geboren in Oberscheden Hij is vooral bekend als een van de belangrijkste componisten voor de fluit. Zijn eerste muzieklessen waren van een oom. Hij vervolgde zijn muzikale opleiding in Merseburg en volgde lessen in orgel en muziektheorie. In 1718 werd Quantz hoboïst in het Dresdense hoforkest. Met toestemming van zijn werkgever reisde Quantz veel. Dat leidde ertoe leidde dat hij contrapunt ging studeren bij Zelenka en fluit bij Pierre-Gabriel Buffardin, waarna hij terugkeerde naar het orkest om fluit te spelen. Hij had de reputatie van beste fluitist van Europa en werd de belangrijkste fluitist aan het hof in 1727. Daar gaf hij twee keer per jaar les aan de jonge kroonprins, de latere Frederik II (de Grote) van Pruisen. In 1741 werd hij tegen een fors salaris benoemd tot componist aan het hof van Frederik de Grote. Quantz schreef het beroemde fluitmethodeboek ‘Versuch’, dat ook in het Nederlands vertaald werd onder de titel ‘Grondig onderwijs van den aardt en de regte behandeling der dwarsfluit’. Hij stond op goede voet met gerenommeerde componisten, onder wie Georg Philipp Telemann.
Fréderick Franssen: Aus der enormen Auswahl an Hornrepertoire, die mir in der Anfangsphase meines Studiums zur Verfügung stand, wurde mein Interesse durch die sehr frühe Hornmusik geweckt. Die Musik dieser Epoche übte und übt immer noch eine magische Anziehungskraft auf mich aus, dank der reinen Schönheit ihrer klaren und transparenten Klangwelt. Einer meiner ersten Funde auf dieser Entdeckungsreise durch die Barockzeit war ein Konzert von unbekannter Hand, das auf diesem Album zu hören ist und aus einer ganz besonderen Sammlung stammt - dem "Wenster". Die Bibliothek der Universität Lund in Schweden enthält unter dem Namen Wenster" eine der größten Sammlungen von Hornmusik aus der ersten Hälfte des 18. Das Manuskript enthält 18 Werke, wobei fast alle Komponisten in irgendeiner Weise mit der Stadt Dresden in Verbindung stehen, und es könnte von einem reisenden Hornisten während eines Besuchs in dieser Stadt abgeschrieben worden sein. Die sechs Werke auf dieser Aufnahme stammen alle aus dieser Sammlung.
Fréderick Franssen (1977) spielt Waldhorn im Philharmonischen Orchester des Niederländischen Rundfunks (Netherlands Radio Musicians of the Netherlands Radio Philharmonic Orchestra Philharmonic Orchestra). Neben dem Orchester tritt er auch als Solist auf.
Press
They are almost all short pieces, with a limited formal range, in which a pleasant freshness of ideas is appreciated.
Classic Voice, 02-6-2022
....beautiful cd....
stretto, 03-2-2022